Partners

UMET - CNRS/ULILLE (FRANCE)

De Materials and Processing Unit (UMET) is een laboratorium van de Universiteit van Lille - Wetenschappen en Technologieën en het CNRS (UMR 8207), verbonden aan de Ecole Nationale Supérieure de Chimie de Lille (ENSCL) (http://umet.univ-lille.fr/). MET beantwoordt aan de tweeledige doelstelling om de "Materialen"-activiteiten te concentreren binnen de Fédération Chevreul van de Universiteit van Rijsel 1 en om de nodige synergieën te creëren voor een steeds efficiënter onderzoek in het licht van de toenemende nationale en internationale concurrentie. De contour van de eenheid beantwoordt aan de wens om de thematische samenhang te behouden, aangezien alle UMET-teams over een kernactiviteit materialen beschikken.

Het team "Polymeer Systems Engineering" omvat de onderzoeksgroep "Oppervlakte- en interfacefenomenen (PSI)". Het onderzoek van deze groep is gericht op de volgende gebieden:

- Uitwerking en karakterisering van systemen die polymeriseerbaar zijn onder Ultraviolette (UV) straling en door elektronisch bombardement (EB) (polymeer gels, coatings,....).

- Uitvoering van oppervlaktebehandelingsprocessen

- Recycling, hergebruik en hergebruik van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA)

In de afgelopen twintig jaar heeft de PSI-groep een internationaal erkende expertise opgebouwd in de ontwikkeling en karakterisering van composietmaterialen op basis van polymeren. Naast de verwerking onder UV-straling gebruikt de groep een originele techniek: de verwerking onder EB.

Deze vaardigheden komen tot uiting in talrijke nationale en internationale samenwerkingsverbanden, waaronder met de volgende Algerijnse universiteiten: Tlemcen, Sidi Bel Abbès, Oran, Mascara, Algiers en Djelfa, die worden gesanctioneerd door talrijke publicaties en mondelinge en postercommunicatie.

Ulrich Maschke heeft een solide ervaring opgebouwd als coördinator van nationale en internationale wetenschappelijke onderzoeksprojecten. Deze projecten houden over het algemeen verband met milieukwesties; er zijn universitaire en industriële partners uit verschillende vakgebieden (chemie, fysica, elektronica, industriële productie, enz.) bij betrokken. Deze projecten zijn regelmatig het onderwerp van doctoraatsthesen, publicaties in internationale tijdschriften met belangrijke impactfactoren, presentaties op internationale conferenties, en octrooien worden ook regelmatig bij het INPI aangevraagd en aanvaard.

MATERIA NOVA (WALLONIE)

MATERIA NOVA is een onderzoekscentrum van ongeveer 90 mensen die werken aan de ontwikkeling van nieuwe materialen en de karakterisering en aanpassing van interfaces (http://www.materianova.be/). De wetenschappelijke en technologische knowhow van het onderzoekscentrum MATERIA NOVA maakt het mogelijk om in alle fasen van de ontwikkeling en de levenscyclus van een materiaal in te grijpen, zelfs na het einde van zijn levensduur (biologische afbraak of recyclage). Het bestuderen en ontwikkelen van een materiaal vereist kennis en diepgaande kennis van de aard van deze verbindingen en hun oppervlakte-eigenschappen in relatie tot de directe omgeving, zoals degradatie, corrosie, veroudering of bevochtiging.
De bij Materia Nova bestudeerde materialen zijn onder meer polymeermaterialen (thermoplastisch en thermohard), metalen en glas. Al deze onderzoeksgebieden kunnen worden bestreken dankzij het opmerkelijke aanbod aan apparatuur dat bij Materia Nova beschikbaar is. Meer bepaald is MATERIA NOVA al meer dan 15 jaar betrokken bij tal van regionale en internationale onderzoeksprogramma's en -projecten (bv. Europese projecten): KP6 en KP7, CORNET-projecten, INTERREG III- en IV-projecten, regionale collectieve onderzoeksprojecten, "publiek-private" samenwerkingsprojecten in het kader van het Marshall-plan, projecten in het kader van EFRO-regionale convergentiefinanciering). Dit heeft haar in staat gesteld internationaal erkende expertise te ontwikkelen op het gebied van de synthese, formulering, chemische modificatie en karakterisering van polymeerharsen en systemen om materialen met verbeterde eigenschappen te produceren. MATERIA NOVA heeft ook verschillende technieken ontwikkeld om nanocomposieten te ontwikkelen door de interacties tussen deeltjes en de polymeermatrix te verbeteren door de oppervlaktechemie te wijzigen.

 

[Translate to Dutch:] CENTEXBEL - VKC (FLANDRES)

Centexbel is oorspronkelijk een wetenschappelijk onderzoekscentrum voor de textielindustrie met drie hoofdassen (https://www.centexbel.be/fr). Onderzoek, technologische service en testlaboratorium. Centexbel is een lidorganisatie met nauwe banden met meer dan 600 bedrijven. Het onderzoek van Centexbel is gebaseerd op een industriële en toepassingsgerichte vraag. Zo wil Centexbel een antwoord bieden op de mogelijkheden en behoeften van de textielindustrie. Met de overname van VKC (https://www.centexbel.be/en/vkc-homepage) in 2014 richt Centexbel zich op synergieën met bedrijven in de kunststofindustrie. Dit betekent dat op deze manier wordt omgegaan met wederzijdse kansen en dat gekeken wordt naar hoe problemen in de ene sector met de vaardigheden van de andere sector kunnen worden opgelost. VKC-Centexbel heeft een ruime ervaring in de identificatie, karakterisering en verwerking van kunststoffen en textiel. Deze ervaring op het gebied van kunststofrecycling is opgedaan door jarenlange samenwerking met bedrijven en door onderzoeksprojecten op nationaal en internationaal niveau met universiteiten en kenniscentra.

Voor dit onderzoek beschikt VKC-Centexbel over diverse analyse-, compounding- en smeltfiltratieapparatuur en verwerkingsmachines (injectie, extrusie, thermovorming, enz.).

VKC-Centexbel zal zich in het project vooral richten op het identificeren en aanpassen van de verschillende recyclagestromen om de afgewerkte producten na het juiste gebruik van deze materialen te evalueren.

Opgemerkt zij dat VKC, samen met CERTECH en CREPIM, een actieve partner was in de projecten voor polymeren (Interreg III) en vervolgens Recy-Polymer (Interreg IV), waarbij VKC hielp om een fundament van deskundigheid op het gebied van kunststofrecycling te kristalliseren.

 

CREPIM (FRANCE)

CREPIM is een Europees laboratorium voor de ontwikkeling en validatie van materialen voor de sectoren die te maken hebben met brandveiligheid (http://www.crepim.fr/). CREPIM, gevestigd in het hart van Europa, ontwikkelt, test en certificeert brandwerende formuleringen voor bedrijven die werkzaam zijn in de sectoren van het openbaar vervoer (spoor, luchtvaart en marine), bouw, elektriciteit en textiel. Deze activiteit wordt uitgevoerd in een milieuvriendelijk kader dat rekening houdt met het einde van de levensduur van het product.

Om beter tegemoet te komen aan de gezamenlijke ontwikkelings- en testbehoeften, is de activiteit van CREPIM georganiseerd in 4 polen: (i) de afdeling Testen, (ii) de afdeling Certificering, (iii) de afdeling Ontwikkeling en (iv) de afdeling Opleiding. In het kader van dit project zal de ontwikkelingsafdeling de leiding hebben over het project.

CREPIM is al sterk betrokken bij diverse recyclingprojecten, aangezien de aanwezigheid van brandvertrager in de matrices technische belemmeringen vormt voor de integratie in de downstreamsectoren. Opgemerkt moet worden dat CREPIM met ARMINES en MATERIA NOVA een actieve partner was in het NAVARE-project (Interreg IV), waarbij het heeft bijgedragen tot de opbouw van een basis van competentie op het gebied van kunststofrecycling.